330 GT Registry |
Translate to English (Google)
Translate to English (Bing)
Ontwerper Tom Tjaarda verloochent Friese afkomst niet
GROOTMEESTER
Tjaarda’s eerste ontwerp: een schaalmodel voor een sportieve stationwagon, gemaakt aan de universiteit van Michigan in 1958.
VOLGEND JAAR WORDT HIJ 65: DE BOOMLANGE TOM TJAARDA, DESIGNER VAN BEROEP EN DE ARTISTIEKE VADER VAN - ONDER ANDERE - DE DE TOMASO PANTERA. HIJ LEEFT IN DE SCHADUW VAN DE GLAMOUR WAARMEE DE PININFARINA’S EN GIUGIARO’S VAN DEZE AARDE ZICH OMGEVEN. MAAR IN EN ROND TURIJN WORDT HIJ GERESPECTEERD VANWEGE ZIJN TALENT ÉN KAARSRECHTE MENING. ZIJN VADER WAS NIET VOOR NIETS EEN FRIES |
ZONDER STERALLURES
|
Tjaarda’s gestalte en strakke gelaatsuitdrukking zouden van hem een onopvallende verschijning hebben gemaakt in Nagano, of Bartlehiem. Zelfs wanneer je met hem praat hoor je eerder een staccato Friese tongval dan een Amerikaans accent in zijn Italiaans dat hij na bijna veertig jaar wel perfect spreekt. Tom Tjaarda, in 1934 geboren in de Verenigde Staten, woont en werkt namelijk sinds 1959 in de designhoofdstad van de wereld: Turijn. Maar hij is een afstammeling van het geslacht Tjarda (met één a) van Starkenborgh Stachouwer en dat kwam uit Friesland. Hoe zijn vader Johan -John voor de Amerikanengin 1923 in Amerika belandde is een ander verhaal. Al is het wel interessant te weten dat diens broer Jaap - de oom van Tom dus - kort voor 1920 enige tijd bij de Industriële Maatschappij Tronipenburg aan het ontwerp van de Nederlandse Spyker 13/30 PK werkte.
Tom Tjaarda heeft dus geen sterallures. Dat verraadt bijvoorbeeld zijn bescheiden studio in de Turijnse binnenstad. Aan de Via Matteotti kom je via een poort en een portiek. dat nog op traditionele wijze wordt bewaakt door een dame in een aparte loge in het trappenhuis van het bijna honderdjarige appartementencomplex. Schaars licht helpt de bezoeker zijn of haar gedachten naar de jaren dertig te verplaatsen. Dikke muren, dubbele ramen en een stevige houten deur sluiten het straatrumoer buiten dat in Turijn overigens minder hectisch is dan in andere Italiaanse steden. De provincie Piemonte is ook een beetje het Friesland van Italië en het karakter van de inwoners is dien- overeenkomstig. We zoeken foto’s uit ter illustratie van het interview dat hij al tijdens de Detroit Auto Show gaf. Is een passender contrast denkbaar? Toms persoonlijke herinneringen kruisen elkaar: de film Paris, Texas wordt Detroit, Turin.
Zijn loopbaan begint eigenlijk op de Universiteit van Michigan. Hij studeerde er architectuur en industriële vormgeving, maar toonde tot verbazing van zijn professoren belangstelling voor autodesign. Niet dat zijn vader hem stimuleerde om in diens voetsporen te treden. Hun relatie was zelfs vrij afstandelijk omdat Toms ouders al vroeg scheidden en hij met zijn moeder in California bleef wonen. Pas nadat Tom in Michigan ging studeren, ontmoetten ze elkaar vaker, Toen hij als pas afgestudeerde naar Italië afreisde, zag hij zijn vader voor het laatst tijdens een vluchtig afscheid op een spoorwegstation.
Het futuristische Ghia Selene 1 prototype maakte heel wat tongen los in 1959.
Nog een extravagant Ghia-showmodel: de IXG dragster coupé.
EEN JAAR STAGE BIJ GHIA
Tom Tjaarda’s oversteek naar Italië heeft hij mede te danken aan zijn studie in Michigan.
‘Een van mijn professoren zag kennelijk toch wat in mijn ambities en liet me een model van een sportieve stationwagon maken. Het ontwerp stuurde hij op naar Luigi Segre, toen de baas van carrosseriebedrijf Ghia. Segre was een intelligente zakenman met visie. Hij werkte al voor Chrysler lang voordat de Europese ontwerphuizen Amerika ontdekten en raakte daar bevriend met onder anderen de grote Virgil Exner. Diezelfde Segre zag wel wat in mij en bood me een stageplaats voor de periode van een jaar aan’, vertelt Tjaarda met een enthousiasme alsof het hem gisteren overkwam. Want werken in Italië was en is de droom voor iedere aspirant-designer. ‘En die stage duurde meteen tweeënhalfjaar’. In totaal droeg hij zijn steentje bij aan vijf door Ghia ontworpen auto’s uit die tijd. De Innocenti 950 spider, het Italiaanse alternatief voor de Aus- tin Healey Sprite, ging in productie en met de waanzinnige Selene 1 en IXG dragster showmodellen haalde Ghia uitgebreid de pers. Tom was trots maar creatief nog lang niet uitgeraasd en stapte in 1961 op om een uitdaging van totaal andere orde te accepteren. Want dankzij zijn architectonische achtergrond vroeg Pininfarina de jonge opkomende ster mee te werken aan het futuristische paviljoen ‘Torino 1961’, dat ter viering van het eeuwfeest van de Italiaanse eenwording in Turijn werd gebouwd. Het doet hem pijn hoe het complex er nu bijligt, met de gedeeltelijk ontmantelde monorail.
Ook de uiterst zeldzame en begeerlijke Ferrari 365 California is een ontwerp van Tjaarda, in dienst bij Pininfarina.
De dubbele koplampen van de Ferrari 330 GT kregen in 1964 veel kritiek, maar qua design was het een fraai stukje werk.
|
|
FERRARI MET DUBBELE KOPLAMPEN
Tom Tjaarda wordt doorgaans in één adem genoemd met Ghia, want ook in de late jaren zestig en zeventig werkte hij er. Minder bekend is zijn werk voor Pininfarina tussen 1961 en 1965, maar dat komt omdat de maestro nooit de namen van zijn designers prijs gat Je werkte voor Pininfarina, niet voor jezelf. Dus is het juist daarom interessant te weten hoe de jonge Tjaarda bijdroeg aan het succes van Pininfarina met twee karakteristieke stijl- details. ‘Het waren leerzame jaren. Ik dacht met een enkele schets een nieuw idee te kunnen uitvoeren. De dubbele koplampen van de Ferrari 330 GT bewezen het tegenovergestelde’, legt Tom uit. ‘Ik heb dagenlang gewerkt aan een kleimodel om aan liet toen modieuze idee van dubbele koplampen een andere invulling te geven. Ja, het was een forse auto geworden, maar dat wilde Ferrari. Je kon het geen kleine coupé meer noemen, eerder een grote tweedeurs 2+2.’
Het thema van twee grote en twee kleine koplampen werd al na twee aar weer afgedankt. Maar een van Toms andere stijldetails voor Pininfarina was een langer leven beschoren. ‘Ik had het Chevrolet Corvette Rondine showmodel helemaal zelf mogen uitvoeren, dat was een schoonheid. Op een Fiat 2300 showmodel werkte ik mijn concept van de dubbele koplampen verder uit. Maar het ging me vooral om de scherpe uitsnede van de achterkant en de geknikte taille. Dat maakte uiteindelijk indruk op Fiatmensen, die aan een opvolger van de 1200/1500/1600 spider werkten. Toen vroeg Fiat aan Pininfarina of ze dat designthema niet op de nieuwe 124 spider konden toepassen.’ Tjaarda vertelt het allemaal nuchter en schijnbaar zonder emotie. Maar in zijn hart is hij trots op zijn werk. Want niet alleen liet Pininfarina hem de uiterst zeldzame (13 stuks gebouwd) Ferrari 365 California Spider ontwerpen, maar vooral de voortzetting van die scherpe achterkant met asymmetrische achterlichten leefde nog lang voort. Denk maar aan de Lancia Gamma coupé, en zelfs aan de tweede generatie van de Toyota Celica.
Tjaarda werkte vanaf 1964 even bij 051, het carrosseriebedrijf dat ineens belangstelling voor design toonde. Zijn werk beperkte zich daar tot liet ontwerpen van lichtmetalen velgen, al stond ook de 051 Ford Taunus nog op zijn tekentafel. ‘In 1968 vroeg Alejandro De Tomaso me echter terug te komen naar Ghia. Hij had de zaak overgenomen en liep met grote plannen rond. Ik moet zeggen: het gaf me een vreemd gevoel, terug te keren op het oude nest maar dan als chef-designer. Maar mijn stijl paste kennelijk goed in De Tomaso’s wilde ideeën.’ Het waren de jaren van wilde prototypen en de nadagen van de grote individuele autosportteambazen die in de voetsporen van Enzo Ferrari als producent wilden stappen. Graaf Volpi uit Venetië was er zo een. ‘Hij bouwde Serenissima-racewagens en had het idee voor een geavanceerde sportwagen. Die mocht ik ontwerpen, mijn eerste project onder De Tomaso. Toen Volpi besefte hoeveel je in een fabriek en machinepark moest investeren, haakte hij af.’
Ook de strakke Lancia Fulvia 1600 behoort tot zijn vroege - en favoriete - werk voor De Tomaso. ‘Daarna is de Pantera echter mijn meest geslaagde sportwagenontwerp gebleken’, vertelt Tjaarda. Hij kende het concept van een Italiaanse sportwagen met dikke Amerikaanse V8 achter de stoelen al uit de kortstondige periode dat hij bij het pas opgerichte Italdesign van Giorgetto Giugiaro werkte. Die had net de De Tomaso Mangusta als showmodel ontworpen. De Pantera volgde liet- zelfde concept, echter eenvoudiger uitgevoerd dan de Mangusta met het centrale kokerchassis. Dankzij de goede relatie die De Tomaso niet Lee Iacocca van Ford onderhield, konden er enkele duizenden stuks van de Pantera via Amerikaanse Forddealers worden verkocht. ‘Het doet me nog steeds goed als je ziet hoe in Amerika bij twee clubs 3.000 Pantera’s rondrijden’, is Tjaarda’s trotse reactie. Mede om die reden was hij het afgelopen jaar ook de uitverkoren designer op het prestigieuze concours d’élégance van Pebble Beach. Bij het vertellen van zijn ervaringen over dit eerbetoon geniet hij nog na.
Tjaarda’s eerste ontwerp voor Ghia onder De Tomaso’s regime was de Serenissima
sportwagen (1969)waarin het uiterlijk van de Pantera a1 is te herkennen.
|
|
STRAKKE LIJNEN
Tjaarda is echt een designer van de jaren zestig en zeventig. ‘De oliecrisis maakte ineens alles sober en saai. Alleen de romantiek, de emotie van de sterk individuele sportwagens uit die tijd, overleefde crises en culturen. In deze moderne tijd verlangen de mensen voor hun gewone auto’s terug naar die stijl. Daarom vind ik de nieuwe Kever van Volkswagen een veel beter idee dan de Swatch’, wil Tom kwijt. Want: eens een designer, dan ook voor altijd. Hij kijkt met plezier terug op wat hij in liet verleden allemaal heeft gemaakt. Dat is veel en vooral ook meer dan oppervlakkige observaties doen vermoeden.
Wanneer we de oliecrisis van 1973 als keerpunt in het internationale autodesign nemen - toevallig dit jaar 25 jaar geleden - zien we alleen al bij De Tomaso nog de (sportief mislukte) Formule 1- wagen, de wulps gestileerde Deauville berlina en de zakelijke Longchamp coupé, plus een handvol prototypen. En geloof het of niet: de oorspronkelijke Ford Fiesta, met dat riante uitzicht rondom en de scherpe maar zeker niet saaie lijnen, is zijn geesteskind. ‘Ja, dat verhaal kennen maar weinigen. Toen Ford begin jaren zeventig Ghia kocht, viel dat samen met de noodzaak om een kleine auto op de markt te brengen. Iedereen liep toen weg bij Ghia, maar ik bleef en kreeg de opdracht om een voorstudie te maken. In 53 dagen maakte ik twee modellen op ware grootte. En laten die nu uit niet minder dan 22 voorstellen uit andere Fotostudio's worden uitverkoren! Hoofdontwerpers hebben toen geprobeerd mijn voorstel bij te schaven, maar telkens weer zei Lee Iacocca: afblijven, ik wil dat Tjaarda’s ontwerp onveranderd wordt doorontwikkeld. En dat is inderdaad gebeurd.’
Toch voelde hij van binnenuit een bepaalde frustratie opwellen. De Tomaso, waarmee hij het altijd goed had kunnen vinden, werd jaloers op Toms succes, wat hun relatie verstoorde. En al dat politieke gepraat stond zijn creativiteit maar in de weg. Tjaarda: ‘Ik ben nog een blauwe maandag hoofd van de advanced studio bij Fiat geweest en werkte bij Rayton Fissore. Maar het was allemaal niets, ik wilde mezelf blijven en koos dus voor onafhankelijkheid. En eerlijk gezegd voel ik me nog altijd erg bevoorrecht dat ik al die stappen naar en vervolgens in Italië heb kunnen nemen’. Sinds 1985 bestiert hij daarom nagenoeg in zijn eentje Dimensione Design, dat tegenwoordig Tjaarda Design heet, aan genoemde Corso Matteotti. lekker eigen baas en een beetje koppig. Tom Tjaarda verloochent zelfs in Turijn, het hol van de Italiaanse designleeuw, zijn Friese afkomst niet.
TEKST: WIM OUDE WEERNINK
Bij Ghia ontwierp Tom Tjaarda de oorspronkelijke Ford Fiesta, die dankzij Lee Iaccoca’s persoonlijke bemoeienis zonder compromissen in productie ging.
De ster met zijn ster: Tom Tjaarda, de uitverkoren designer op Pebble Beach 1997,
achter zijn favoriete productiemodel, de De Tomaso Pantera.
In zijn periode bij Rayton Fissore ontwikkelde Tjaarda rond 1972
nog eens een voorstel voor een toekomstige Chrysler Le Baron.
© COPYRIGHT 1988 Wegener Tijdschriften Groep